Veel kinderen met ouders met een licht verstandelijke beperking denken dat ze de enige zijn. Ze voelen zich hierdoor vaak eenzaam. Ze zijn echter niet de enige!
Erover praten is lastig en dat is logisch. Het kan zijn dat kinderen zich schamen of niet weten hoe het anders kan. Bovendien: ze houden van hun ouders! Juist daarom is hulp zoeken een goed idee.
Een handige lijst
Hieronder lees je een aantal dingen die bij jou thuis ‘goed’ geregeld moeten zijn. Achter elk punt vind je een voorbeeldje van hoe het NIET moet.
Je wordt goed verzorgd. Iemand let erop dat jij je tanden poetst, doucht, schone kleren aandoet, naar de dokter gaat als dat nodig is, enz. ‘Tandverzorging werd al heel vroeg aan mijzelf overgelaten, wat zorgde voor veel gaatjes en getrokken kiezen, want ik ging als kind niet naar de tandarts uit mezelf.’
Je voelt je veilig. Het humeur van je ouders verandert niet telkens. Ze zijn dus niet het ene moment blij en twee tellen later vreselijk boos. ‘Het was niet zo dat ik bij mijn moeder onveilig was, maar het voelde heel onveilig. Ik wist nooit wat ik aan haar had. Ik probeerde onzichtbaar te zijn.’
Je ouders snappen wanneer jij verdrietig bent en getroost moet worden. Ze geven je regelmatig een knuffel: gewoon omdat jij hun kind bent. ‘Ik werd nooit geknuffeld. Mijn moeder kwam niet op het idee.’
Er zijn regels in huis. Bijvoorbeeld een vaste bedtijd. Je mag niet alles doen wat jij leuk vindt. Ze leggen ook uit waarom een regel nodig is. ‘Er was geen bedtijd, ik stuurde mijn ouders naar bed rond één uur ‘s nachts.’
Je ouders zijn écht in je geïnteresseerd. Ze vragen hoe het gaat op school, weten wie jouw vriend(in)en zijn, enz. ‘Echte interesse heb ik het meest gemist. Mijn ouders wisten niets van me. Ik kreeg ook geen hulp bij mijn keuze voor het voortgezet onderwijs.’
Je ouders nemen jouw behoeften (wat jij graag wil en nodig hebt) serieus. ‘Mijn moeder vond dat ik thuis moest blijven bij haar. Ze wilde nooit dat ik naar vriendinnen ging, want zij was mijn moeder.’
Je ouders kunnen je helpen bij je schoolwerk (op de basisschool). ‘Mijn moeder verstopte soms mijn studieboeken, omdat ze jaloers was dat ik wel kon leren.’
Meer lezen?
Wil je lezen wat sommige kinderen meemaakten, lees dan dit online boekje ‘Ik ben er óók nog. Kinderen die opgroeien met verstandelijk beperkte ouders.’ Een boekje voor jongeren vanaf 12 jaar. Je moet wel goed kunnen lezen. Hierna een klein stukje uit het boekje:
“Als 8-jarig meisje stond ik wel eens te koken voor het gezin. ’s Morgens ging er bij ons geen wekker af: ik moest mijn moeder vaak wakker maken. Ik kwam daardoor ook vaak te laat op school. Soms smeerde mijn moeder wel eens een broodje, maar dat gebeurde niet
vaak.”
Niet altijd gaat het verkeerd!
Het kan lijken alsof het nooit goed kan gaan als je ouders met een beperking hebt, maar gelukkig is dat niet altijd zo. Als jij gelukkig bent is dat des te fijner voor iedereen. Als dat niet zo is, dan heb je misschien iets aan deze pagina.
Een boek lezen over dit onderwerp?
Het boek Kijk mij eens! is het verhaal van een dag uit het leven van Naomi, die een moeder heeft met een verstandelijke beperking. Naomi zit nog op de basisschool. In Kijk mij eens krijg je een kijkje in haar leven.
Dit boek wil kinderen met een ouder met een licht verstandelijke beperking steunen door hen een gevoel van herkenning en erkenning te geven.
Het is een samenleesboek om te lezen met de juf, een buurvrouw, een tante of een hulpverlener. Het is bestemd voor kinderen van 8 tot 10 jaar en eigenlijk voor iedereen die kan lezen zodat meer mensen begrijpen hoe het is om zo op te groeien.
Hanneke de Jonge (2024). Kijk mee eens!